Dit beeld vindt zijn oorsprong in Indonesië en India.  In Indonesië heet hij “Orang malu” (de bescheiden mens). Hij wordt soms gezien als een in zichzelf gekeerd, verlegen man die aan het mediteren is. De Yogiman wordt ook wel de huilende boeddha genoemd, die huilt om het leed van de wereld. Hij lijkt ongelukkig, maar in zijn hart is hij gelukkig, hij heeft vrede met zichzelf.
Als je dit beeld goed bekijkt zie je 3 kanten van een man: Langs de voorkant kun je een lachende Boeddha zien. Het hoofd van de man moet zijn neus voorstellen, de handen zijn de tanden en de oren stellen de ogen van Boeddha voor. Langs de zijkant, kun je iemand in een foetushouding ontdekken. Dat staat symbool voor reinheid, puurheid en het leven. Het leven is als een cirkel, er is geen begin en geen einde. Aan de achterkant, zijn rug, zie je het hart van de Yogiman.

Hoe plaats je dit beeld?
De ene legende zegt dat je dit beeld met zijn rug naar de ingang moet zetten. Als je dan binnenkomt, of je bezoek, kun je over de rug van dit beeld wrijven. Als je dit doet worden het kwaad en je zorgen weggenomen en groeit je zelfvertrouwen.
De andere legende zegt juist dat je hem met zijn gezicht naar de ingang moet plaatsen. De bezoekers moeten hem dan even zijn hoofd aaien en zo kan hij hun eventuele slechte gedachten wegnemen.
Door in ieder geval goed voor hem te zorgen en hem aan te raken zal hij je beschermen.

Wat verder nog belangrijk is het onderhoud. Zet hem niet te dicht bij een warmtebron. Om het hout een diepe glans te geven en uitdrogen te voorkomen kun je hem behandelen met bijenwas of teakolie.